

- Nederland.TVJongeren.TVNederland.TVSpelletjes.TV
- Amusement.TVKennis.TVNieuws.TVSporten.TV
- Beurs.TVKinderen.TVOndernemen.TVTalentenjacht.TV
- Cultuur.TVKook.TVOnrecht.TVVaartuig.TV
- Formule1.TVLachen.TVOranje.TVVerkiezing.TV
- Gamen.TVMensen.TVPolitiek.TVVoertuig.TV
- Geloof.TVMode.TVReis.TVVoetbal.TV
- Gezondheid.TVMuziek.TVSerie.TVWeer.TV
- Informatief.TVNatuur.TVSpeelfilm.TVWoon.TV
Mijn pelgrimspad - Alle afleveringen
Annemiek Schrijver gaat 'van het padje' en ontdekt de schoonheid van mysterieus Limburg. Annemiek trekt door de Limburgse heuvels langs kapelletjes, kloosters, grotten en kastelen. Welke richtingaanwijzers zal zij op haar pad ontmoeten?
Tijdens haar pelgrimage door Limburg bereikt Annemiek het dorp Lemiers. Daar ontmoet ze Peter Bodelier, die al meer dan veertig jaar rondleidingen in de Sint-Catharinakapel geeft. De plek, met opvallende muurschilderingen van Hans Truien, blijft hem raken. Daarna leidt de weg Annemiek naar Vaals, waar ze plots omgeven wordt door tientallen heiligenbeelden. Ze ontmoet de protestantse Gert de Weerd, die ooit een beeld van het kindje Jezus op een rommelmarkt kocht en inmiddels een verzameling van meer dan zeshonderd beelden heeft. In zijn Heiligenbeeldenmuseum vinden zij een thuis.
Annemiek blijft nog een dagje in Maastricht. Daar bezoekt ze Sterre der Zee en opgravingen van het 'oudste straatje van Nederland' in de kelder van een hotel. Sterre der Zee is misschien wel een van de bekendste en populairste plekken om Maria te vereren. Iedere dag steken zo'n 1000 mensen hier een kaarsje op, maar ook de achtergelegen Onze Lieve Vrouwe Basiliek is een bezoekje waard.
De pelgrimstocht gaat verder. Annemiek is aangekomen in Maastricht. Aan het prachtige plein het Vrijthof staan twee kerken, een katholieke en een protestantse, gebroederlijk naast elkaar: de Sint Servaasbasiliek en de Sint-Janskerk, een kerken-tweeling die uniek is in Nederland. De protestanten hadden lang geleden een pittige burenruzie met hun katholieke buren. Als er in de 17e eeuw een Rijdende Rechter was geweest, was hij beslist langsgekomen. Want toen klaagden de protestanten over het 'wolvendansen', het wild beieren van de klokken van de Sint Servaas om de preek in de Sint-Jan te verstoren. Op het Vrijthof wacht stadsarcheoloog Eric Wetzels op Annemiek. Hij zal haar de geschiedenis van dit bekendste plein van Maastricht uit de doeken doen.
Annemiek is onderweg van Sittard naar Maastricht. Onderweg passeert ze de prachtige Basiliek van het Heilige Sacrament in Meerssen. Hier vond in een kleiner kerkje in 1222 het bloedwonder plaats. Tijdens de Heilige Mis vergat de priester water en wijn in de kelk te doen. Een stem zei hem toch door te gaan met de eucharistie. En zowaar, bij het breken van de hostie vloeiden water en bloed uit de hostie in de kelk. Het was dus de stem van God geweest. Daarna duikt Annemiek onder grond. Ze bezoekt de ondergrondse Nachtwacht in de grotten van de Sint Pietersberg bij Maastricht. Deze zwart-witreplica van de Nachtwacht is honderd jaar geleden door de Limburgse kunstenaar Jules Sondeijker gemaakt.
Annemiek bezoekt het geboortehuis van pater Karel Houben in Munstergeleen. Ook al is hij al meer dan honderd jaar dood, deze heilige blijft onverminderd populair. Je zou het niet verwachten, maar al rond het jaar 1000 stonden er in Limburg wijnranken. Annemiek bezoekt Jules Nijst, die wijnboer is op 'de oudste wijngronden van Nederland'.
Annemiek is aangekomen in Sittard, een stad met vele kerken. Ze bezoekt de kerk van Onze Lieve Vrouw van het Heilig Hart, de bedevaartskerk van stad. Op de ruim veertienhonderd votieftegels in de kerk lieten al vele pelgrims dankspreuken, wensen en intenties achter, in de hoop dat ze op voorspraak van de heilige van deze kerk zouden worden vervuld. Ook ontmoet Annemiek medepelgrim Vanessa Mezzola, die ontdekte dat de pelgrimsroute naar Santiago door haar achtertuin liep.
Annemiek Schrijver bezoekt de Gemmakapel in Sittard. Deze kapel hoort bij een klooster en is gewijd aan Gemma Galgani. Deze jonge vrouw leefde rond 1900 in Toscane, Italië. Ze was ziekelijk en legde zichzelf boete op: ze at amper, sliep op de grond en verwondde zichzelf. Ze had visioenen en raakte in extase. Lang hield ze dat niet vol, want ze werd maar 25 jaar. Zanger en cabaretier Toon Hermans kwam graag in deze kapel. René Haustermans komt uit Sittard en weet alles over Toon en wat hem zo in Gemma aansprak. Annemiek ontmoet hem in de Gemmakapel. Daarnaast bezoekt ze de schatkamer van de Sint-Amelbergabasiliek in Susteren, waar de relikwieën van de Heilige Amelberga worden bewaard.
In Valkenburg gaat Annemiek opnieuw ondergronds. Ze bezoekt de Fluweelengrot, waar zo'n vierhonderd mensen zich tijdens de Tweede Wereldoorlog verborgen hielden. Daarna wandelt ze naar Kasteel Schaloen in Schin op Geul. In de kruidentuin ontmoet ze Margriet Tabbers. Heeft zij iets voor de blaar op Annemieks rechtervoet?
Hoe ziet een kluizenaar die 850 jaar geleden leefde eruit? Annemiek Schrijver bekijkt in de Sint-Gerlachuskerk in Houthem de reconstructie van de kluizenaar Gerlachus. Die kon gemaakt worden omdat de Rolling Stones in een nabijgelegen kasteel logeerden toen ze op Pinkpop stonden. Zij waren ook reuzenieuwsgierig en hebben meebetaald aan een wetenschappelijk verantwoorde reconstructie van kluizenaar Gerlachus. Die kon gemaakt worden omdat de schedel van Gerlachus altijd als reliek bewaard is gebleven. Gerlachus werd kluizenaar toen zijn vrouw overleed. Hij trok zich terug in een holle eik en kreeg al snel fans. Monniken uit de buurt waren jaloers en gingen rondbazuinen dat Gerlachus een sjoemelkluizenaar was. Hij zou helemaal niet arm zijn, maar in die holle eik op een berg goudstukken hebben zitten. De bisschop liet de boom toen omhakken, maar kreeg al snel spijt en om het weer goed te maken, werd van het eikenhout van de boom een 'kluizenarijtje' gebouwd.
Je ziet ze overal staan in Zuid-Limburg. Op de hoek van een landweggetje, naast een boerderij: berm-en wegkruisen. Je struikelt er letterlijk over. Annemiek gaat tijdens haar pelgrimstocht op zoek naar het oudste wegkruis van Limburg. Dat staat er al sinds 1653. Een jonge vrouw kon niet kiezen tussen de liefde van twee broers. Toen de een haar een aanzoek deed, kon de ander dat niet verkroppen. Daarom doodde hij het meisje. Het bermkruis is de stille getuige van dit tragische voorval. Pelgrimeren is soms ook een handje helpen: zo gaat Annemiek samen met de verantwoorde varkensboer Coenraad zijn varkens verzorgen. En die varkens blijken nog best wel eigenwijs.
Annemiek blijft nog een dagje in Maastricht. Daar bezoekt ze Sterre der Zee en opgravingen van het 'oudste straatje van Nederland' in de kelder van een hotel. Dit is misschien wel een van de bekendste en populairste plekken om Maria te vereren: Sterre der Zee. Iedere dag steken zo'n duizend mensen hier een kaarsje op, maar ook de achtergelegen Onze Lieve Vrouwe Basiliek is een bezoekje waard. Voor wie brand jij een kaarsje, Annemiek?
Annemiek is onderweg van Sittard naar Maastricht. Onderweg passeert ze de prachtige Basiliek van het Heilige Sacrament in Meerssen. Hier vond in een kleiner kerkje in 1222 het bloedwonder plaats. Tijdens de Heilige mis vergat de priester water en wijn in de kelk te doen. Een stem zei hem toch door te gaan met de eucharistie. En zowaar, bij het breken van de hostie vloeiden water en bloed uit de hostie in de kelk. Het was dus de stem van God geweest. Daarna duikt Annemiek onder grond. Ze bezoekt de ondergrondse Nachtwacht in de grotten van de Pietersberg bij Maastricht. Deze zwart-wit-replica van de 'Nachtwacht' is honderd jaar geleden gemaakt door de Limburgse kunstenaar Jules Sondeijker.
Annemiek is aangekomen in Sittard, een stad met vele kerken. Ze bezoekt De kerk van Onze Lieve Vrouw van het Heilig Hart, de bedevaartskerk van stad. Op de ruim veertienhonderd votieftegels in de kerk lieten al vele pelgrims dankspreuken, wensen en intenties achter. In de hoop dat ze op voorspraak van de heilige van deze kerk zouden worden vervuld. Ook ontmoet Annemiek medepelgrim Vanessa Mezzola, die ontdekte dat de pelgrimsroute naar Santiago door haar achtertuin liep.
Annemiek Schrijver bezoekt de Gemmakapel in Sittard. Deze kapel hoort bij een klooster en is gewijd aan Gemma Galgani. Deze jonge vrouw leefde rond 1900 in Toscane, Italië. Ze was ziekelijk en legde zichzelf boete op: ze at amper, sliep op de grond en verwondde zichzelf. Ze had visioenen en raakte in extase. Lang hield ze dat niet vol, want ze werd maar 25 jaar. Zanger en cabaretier Toon Hermans kwam graag in deze kapel. René Haustermans komt uit Sittard en weet alles over Toon en wat hem zo in Gemma aansprak. Annemiek ontmoet hem in de Gemmakapel. Daarnaast bezoekt ze de schatkamer van de Sint-Amelbergabasiliek in Susteren, waar de relikwieën van de Heilige Amelberga worden bewaard.
Annemiek Schrijver passeert het 'witte' stadje Thorn. Een eeuwenoude vete bracht twee muziekkorpsen uit deze Limburgse stad tot grote muzikale hoogte. Annemiek hoort hier meer over van Joost Smeets. Hij speelt blaastuba bij de kerkelijke harmonie De Geiten.
Pelgrimeren is in. Naar Santiago de Compostella, maar ook in eigen land. Annemiek Schrijver gaat 'van het padje' en ontdekt de schoonheid van mysterieus Limburg. Annemiek trekt door de Limburgse heuvels langs kapelletjes, kloosters, grotten en kastelen. Welke richtingaanwijzers zal zij op haar pad ontmoeten?
Pelgrimeren is in. Naar Santiago de Compostella, maar ook in eigen land. Annemiek Schrijver gaat 'van het padje' en ontdekt de schoonheid van mysterieus Limburg. Annemiek trekt door de Limburgse heuvels langs kapelletjes, kloosters, grotten en kastelen. Welke richtingaanwijzers zal zij op haar pad ontmoeten?
Hoe zestien kruiswegstaties een rel veroorzaakten in het Limburgse Wahlwiller. Annemiek ontdekt in de Cunibertuskerk waarom de unieke kunst van Aad de Haas zo'n ophef veroorzaakte. Daarna wandelt ze verder naar Wittem, naar een locatie waar Harry Potter niet zou misstaan: de Kloosterbibliotheek. Daar verraadt een klein boekje de geschiedenis van deze wonderschone plek.
Annemiek Schrijver gaat 'van het padje' en ontdekt de schoonheid van mysterieus Limburg. Ze trekt door de Limburgse heuvels langs kapelletjes, kloosters, grotten en kastelen. Welke richtingaanwijzers zal zij op haar pad ontmoeten?
Hoe ziet een kluizenaar die 850 jaar geleden leefde eruit? Annemiek Schrijver bekijkt in de Sint-Gerlachuskerk in Houthem de reconstructie van de kluizenaar Gerlachus. Die kon gemaakt worden omdat de Rolling Stones in een nabijgelegen kasteel logeerden toen ze op Pinkpop stonden. Zij waren ook reuze nieuwsgierig en hebben meebetaald aan een wetenschappelijk verantwoorde reconstructie van kluizenaar Gerlachus. Die kon gemaakt worden, omdat de schedel van Gerlachus altijd als reliek bewaard is gebleven. Gerlachus werd kluizenaar toen zijn vrouw overleed. Hij trok zich terug in een holle eik. Hij kreeg al snel fans. Monniken uit de buurt waren jaloers en gingen rondbazuinen dat Gerlachus een sjoemelkluizenaar was. Hij zou helemaal niet arm zijn, maar in die holle eik op een berg goudstukken zitten. De bisschop liet de boom toen omhakken, maar kreeg al snel spijt en om het weer goed te maken, werd van het eikenhout van de boom een 'kluizenarijtje' gebouwd.
Annemiek blijft nog een dagje in Maastricht. Daar bezoekt ze Sterre der Zee en opgravingen van het 'oudste straatje van Nederland' in de kelder van een hotel. Dit is misschien wel een van de bekendste en populairste plekken om Maria te vereren: Sterre der Zee. Iedere dag steken zo'n 1.000 mensen hier een kaarsje op. Maar ook de achtergelegen Basiliek van Onze-Lieve-Vrouw-Tenhemelopneming is een bezoekje waard. Voor wie brand jij een kaarsje, Annemiek?
Annemiek bezoekt het geboortehuis van pater Karel Houben in Munstergeleen. Ook al is hij al meer dan honderd jaar dood, deze heilige blijft onverminderd populair. Je zou het niet verwachten, maar al rond het jaar 1000 stonden er in Limburg al wijnranken. Annemiek bezoekt Jules Nijst, die wijnboer is op 'de oudste wijngronden van Nederland'.
Annemiek is aangekomen in Sittard, een stad met vele kerken. Ze bezoekt De kerk van Onze Lieve Vrouw van het Heilig Hart, de bedevaartskerk van stad. Op de ruim veertienhonderd votieftegels in de kerk lieten al vele pelgrims dankspreuken, wensen en intenties achter, in de hoop dat ze op voorspraak van de heilige van deze kerk zouden worden vervuld. Ook ontmoet Annemiek medepelgrim Vanessa Mezzola, die ontdekte dat de pelgrimsroute naar Santiago door haar achtertuin liep.
Annemiek Schrijver bezoekt de Gemmakapel in Sittard. Deze kapel hoort bij een klooster en is gewijd aan Gemma Galgani. Deze jonge vrouw leefde rond 1900 in Toscane, Italië. Ze was ziekelijk en legde zichzelf boete op: ze at amper, sliep op de grond en verwondde zichzelf. Ze had visioenen en raakte in extase. Lang hield ze dat niet vol, want ze werd maar 25 jaar. Zanger en cabaretier Toon Hermans kwam graag in deze kapel. René Haustermans komt uit Sittard en weet alles over Toon en wat hem zo in Gemma aansprak. Annemiek ontmoet hem in de Gemmakapel. Daarnaast bezoekt ze de schatkamer van de Sint-Amelbergabasiliek in Susteren, waar de relikwieën van de Heilige Amelberga worden bewaard.
Annemiek Schrijver passeert het 'witte' stadje Thorn. Een eeuwenoude vete bracht twee muziekkorpsen uit deze Limburgse stad tot grote muzikale hoogte. Annemiek hoort hier meer over van Joost Smeets. Hij speelt blaastuba bij de kerkelijke harmonie: de geiten.
Aan het eind van haar pelgrimspad blikt Annemiek samen met schrijfster Marjan Berk terug op haar gelopen tocht. Al dobberend over het natuurgebied De Wieden bespreken ze de lessen van dit leven. Ze bezoekt ook de Nicolaaskerk in Vollenhove.
In Hasselt neemt molenaar Foekje Pol Annemiek onder haar vleugels en laat zij haar het reilen en zeilen van de molen zien. Iets verderop in de Grote of Sint-Stephanuskerk in Hasselt kruipt Annemiek achter het imposante, rode orgel.
De komst van nieuwbouw zorgde twee jaar geleden voor opgravingen in Dalfsen. Al snel kwam de geschiedenis van het gebied aan de oppervlakte. Er werden schatten, zoals trechterbekers, gevonden en een grafveld. Bewoners kregen de mogelijkheid om zelf mee te graven en Ilse Wilmink bedacht zich niet. Annemiek gaat met haar in gesprek over haar onverwachte passie voor het graven en de geschiedenis van Dalfsen. Daarna bezoekt Annemiek een mystieke synagoge in Zwolle.
Annemiek Schrijver trekt door de prachtige natuur van het landgoed Vilsteren. Ze bezoekt de kluizenaarshut op het terrein. Het is de vraag of hier ooit echt een kluizenaar gewoond heeft, het huisje is er speciaal neergezet om de bezoeker dat te doen geloven. Daarnaast ontmoet ze de rentmeester van het landgoed: Hugo Vernhout. En ze bezoekt de rooms-katholieke kerk van Vilsteren. Deze kerk is betaald door de familie Cremers, de eigenaars van het landgoed. Zij stelden wel een eis bij de bouw: de zijbeuk bij het priesterkoor moest hun privékapel worden. De toenmalige pastoor protesteerde nog, maar de zijbeuk kwam er toch. In de jaren 30 schilderde Henk Asperlagh hier de kruisweg. Annemiek staat even stil bij de lijdende Jezus in een van de kruiswegstaties.
Annemiek Schrijver zoekt de stilte in de zandverstuiving, de Sahara, dichtbij Ommen. Daarna mag ze de stilte verscheuren door de klokken te luiden in de grote protestantse kerk van Ommen.
Annemiek komt langs kasteel Eerde. In de 14e eeuw stond hier de burcht van roofridder Evert van Essen. Hij terroriseerde de buurt, kooplieden mochten er niet langs. De bisschop van Utrecht, die ook Overijssel onder zijn hoede had, liet het rovershol platbranden. Zo deed je dat toen. Daarna werd dit kasteel gebouwd. In 1924 geeft baron van Pallandt, de eigenaar, het kasteel en een stuk het landgoed weg aan 'De orde van de Ster', een theosofische beweging die wordt geleid door de Krishnamurti uit India. Annemiek spreekt hierover met Siem van Eeten, die er een boek over schreef.
Annemiek Schrijver bezoekt de Pancratiusbasiliek in Tubbergen en hoort een bijzonder verhaal over de gebrandschilderde ramen. In het natuurgebied Engbertsdijkvenen ontmoet ze een echte pelgrim: wereldreiziger Jacomijn Heupink.
De laatste etappe van Annemieks pelgrimsroute is begonnen. Via de dijk komt ze aan in het huis van Jolanda Miedema. Zij noemt yoga 'één van de mooiste cadeaus die je jezelf kan geven'. Maar hoe kan Annemiek de rust en ruimte van haar pelgrimstocht behouden in het dagelijkse leven? Jolanda helpt haar op weg. Het is de laatste les die ze tijdens haar tocht in haar gele rugzakje zal stoppen. Op haar laatste kilometers ligt de doopsgezinde Julianakerk, waar Annemiek er eindelijk achter komt hoe het kan dat er zoveel doopsgezinden in Friesland zijn. Met het beklimmen van de trap op de dijk bereikt Annemiek het einde van haar Pelgrimspad. Ze reflecteert en geniet, omgeven door het vertrouwde Friese landschap.
Doorgewinterde pelgrims Wiep en Durkje Koehoorn verwelkomen Annemiek in hun gastenverblijf, waarvoor ze de deuren openen voor pelgrims zoals zij. Wiep en Durkje pelgrimeerden al meerdere keren naar Spanje en vertellen Annemiek hun verhalen over de bloedhete tochten en de open gesprekken. De volgende tussenstop is de Sint Vituskerk in Feinsum: een klein kerkje dat de buitenplaats is van het veel grotere klooster Mariëngaarde. Daarna vervolgt ze haar tocht naar Hallum, waar Frederik van Hallum in 1163 het norbertijner klooster Mariëngaarde stichtte. In die tijd was het een bloeiende gemeenschap met vierhonderd monniken. Nu is dat wel anders: alleen een muurtje van Mariëngaarde bleef achter. In de verte kan Annemiek het einde van haar pelgrimspad al bijna zien.
Annemiek start haar pelgrimstocht in Oldenzaal, bij de imposante Plechelmusbasiliek. In dit heilige huis staat de reliekhouder, een borstbeeld van Plechelmus, een Ierse missionaris die in de 8e eeuw het christendom naar Oldenzaal bracht. Op de plek van de basiliek stichtte hij een kerkje. Ze klimt de toren op en kijkt naar het pad dat voor haar ligt, een route van 150 kilometer dwars door Overijssel. Haar eerste etappe loopt van Oldenzaal naar Weerselo.
Onderweg naar de Jacobijnerkerk in Leeuwarden loopt Annemiek door de Jacobsstraat. Daar vindt ze een bijzondere putdeksel, met een afbeelding van de schelp van de pelgrim. Hoewel Annemiek aanvankelijk dacht dat ze tijdens haar tocht veel zou loslaten, neemt ze juist veel nieuwe geschiedenis met zich mee. En daar komt nog meer geschiedenis bij, tijdens haar bezoek aan de Grote of Jacobijnerkerk. Die kerk in Leeuwarden werd lang geleden gesticht als dominicanenklooster en heeft net als in Delft en Breda een koninklijke grafkelder. De stadhouder en zijn familie hadden hun eigen ingang: het zogenaamde 'oranjepoortje.' Annemiek verwondert zich over het prachtige interieur en de mensenmassa die ze in de kerk tegenkomt. Met actrice Joke Tjalsma duikt Annemiek in de historie van de burgeropstand tegen de aristocraten, eind 18e eeuw. Graven en grafmonumenten werden aan diggelen geslagen. Over die gebeurtenis werd in de kerk een voorstelling opgevoerd, waarin Joke de rol van Maria Louise van Hessen-Kassel vertolkte. Joke geeft Annemiek een stukje troost mee op het vervolg van haar tocht.
In Reduzum komt Annemiek aan bij de oude herberg De Trije Romers, waar vorige eeuw alles gebeurde wat God verboden had. Drank was de grootste boosdoener, volgens dominee Benjamin Broers, destijds de communistische voorganger in het dorp. De oprichting van alcoholvrij koffiehuis De Blauwe Tent was in 1910 het antwoord op dat drankgebruik. Egge en Bea Huistra zijn de huidige eigenaren van de nuchtere uitspanning. Egge geeft de verhalen over de dominee door aan Annemiek, waarna ze haar tocht voortzet. In Goutum streelt ze de stenen van de Agneskerk. Aan de verschillende kleuren stenen is te zien dat de twaalfde-eeuwse kerk gerestaureerd is met bakstenen die pas in de 13e eeuw uitgevonden werden. Ze treft opnieuw een verhaal dat haar bezighoudt: de kerk is toegewijd aan de heilige Agnes, beschermheilige voor verloofde stelletjes, kuisheid, maagden en slachtoffers van verkrachting.
Annemiek bezoekt het planetarium in Franeker met dominee Sytze Ypma. Wat zegt dit bouwwerk over onze (hedendaagse) angst? Eind 18e eeuw was er een dominee die voorspelde dat planeten op elkaar zouden botsen en de aarde zou vergaan. Iedereen was bang, maar er was één man die er anders over dacht: Eise Eisinga. In zijn woonkamer in Franeker bouwde hij een planetarium en bewees dat de planeten elkaar met rust zouden laten. De Martinikerk ligt in het hart van het oude centrum van Franeker. Vroeger was het meer een ontmoetingsplek dan een kerk. Kinderen en honden speelden er en soms was er markt. Een ding was wel hetzelfde, iedereen ging dood en werd begraven. Weliswaar op zijn eigen plek, de organist onder het orgel, de predikant bij de preekstoel, de armen buiten en de rijken mochten overal liggen, maar het liefst zo dicht mogelijk bij het altaar. De Martinikerk was ook een pelgrimskerk. Als je bijvoorbeeld dukaten doneerde of pelgrimeerde kon je in deze kerk terecht voor de zogenaamde Jacobusaflaat. Zondig de kerk in en vrij van zonden eruit.
Op haar tweede etappe van het Jabikspaad loopt Annemiek langs het dorpje Ried. Hier staat de Walburgakerk, hoofdkantoor van een 'reizende kerkgemeente': een kerkgemeenschap met nog maar vijftig leden, die verdeeld is over acht dorpen en kerken. In de Walburgakerk ontdekt Annemiek de geschiedenis achter Walburga, de dochter van koning Richard van Engeland. Ze was ook de nicht van Bonifatius en reisde met hem mee naar Friesland. In deze protestantse kerk is alleen nog maar een kleine afbeelding van haar te vinden. Bij het kerkje van Boer ontmoet Annemiek pastoor Conijn. Als katholiek in het protestantse Friesland is hij 'herder' voor een groot gebied. Hoe kun je je roeping blijven volgen als er veel mensen aan je lopen te trekken? Voor Conijn geldt de regel: 'Te veel ja zeggen tegen een ander is nee zeggen tegen jezelf.'
Annemiek komt aan in Jelsum, in het paradijs dat 'de Dekemastate' heet. Dit zestiende-eeuwse huis en de tuinen zijn opengesteld voor publiek. Wim Hoogendam en zijn vrouw wonen er al achttien jaar vol trots, samen met een aantal kuifeenden. Wanneer de 'bijenstal' opengaat, maakt Annemiek ook kennis met de bijenbewoners. Na die ontmoeting loopt Annemiek door naar de Johanneskerk in Britsum. Tijdens een renovatie begin deze eeuw kwamen fresco's tevoorschijn die het lijdensverhaal van Jezus vertellen. Achthonderd jaar zijn die verborgen schatten bewaard gebleven. Annemiek neemt een les mee naar haar volgende bestemming: niets is wat het lijkt, dus je moet op zoek blijven naar de verborgen schat in alles en iedereen.
Na alle uitgestrektheid tijdens het pelgrimeren is Annemiek op weg naar Leeuwarden. Onderweg komt ze langs de oude begraafplaats van het dorpskerkje van Huizum. Daar ligt de vader van een beroemde dichter: Jan Jacob Slauerhoff. In de herfst wordt hier een voorstelling gespeeld, gebaseerd op zijn bekendste gedicht In Memoriam Patris. Op de begraafplaats ontmoet ze Gooitsen Eenling, de regisseur van de voorstelling. Hij vertelt haar meer over Slauerhoff, het gedicht en de band die hij met zijn vader had. Gooitsen herkent zichzelf in het gedicht en deelt die herkenningspunten met Annemiek. Door naar Leeuwarden, waar Annemiek langs het geboortehuis van Slauerhoff loopt. Er is maar één katholieke kerk die ze op haar pelgrimspad tegenkomt, en die staat in Leeuwarden. De Bonifatiuskerk laat zien dat de rooms-katholieken wat uitbundiger waren dan hun protestantse broeders en zusters. Annemiek klimt er zelfs tot grote hoogte...
In Reduzum komt Annemiek aan bij de oude herberg De Trije Romers waar vorige eeuw alles gebeurde wat God verboden had. Drank was de grootste boosdoener, volgens Dominee Benjamin Broers, destijds de communistische voorganger in het dorp. De oprichting van alcoholvrij koffiehuis De Blauwe Tent was in 1910 het antwoord op dat drankgebruik. Egge en Bea Huistra zijn de huidige eigenaren van de nuchtere uitspanning. Egge geeft de verhalen over de dominee door aan Annemiek, waarna ze haar tocht voortzet. In Goutum streelt ze de stenen van de Agneskerk. Aan de verschillende kleuren stenen is te zien dat de twaalfde-eeuwse kerk gerestaureerd is met bakstenen die pas in de dertiende eeuw uitgevonden werden. Ze treft opnieuw een verhaal dat haar bezighoudt: de kerk is toegewijd aan de heilige Agnes, beschermheilige voor verloofde stelletjes, kuisheid, maagden en slachtoffers van verkrachting.
Annemiek is aangekomen in Raerd, een plek met ongeveer 650 inwoners, waar de bakker en groenteboer nog aan huis komen. In de groene oase van Park Jongemastate lijkt de tijd stil te staan. Het landgoed behoorde ooit toe aan de familie Jongema. Na de dood van de laatste bewoner werd het huis afgebroken en bleef het park achter. In de late middeleeuwen had Raerd een tufstenen kerk, maar toen die rond 1815 bouwvallig werd, braken de kerkvoogden die af en werd de nieuwe Laurentiuskerk gebouwd. Het rococo-interieur bleef bewaard, net zoals de grafzerken en rouwborden van de familie Jongema. Wanneer het orgel klinkt, maakt Annemiek kennis met Jelle, één van de organisten. Hij speelt een melodie met een tekst van Huub Oosterhuis: Gij zijt voorbij gegaan, een steekvlam in ons hart. Een passende tekst voor pelgrims, vindt Annemiek. Ze vervolgt haar tocht, richting het noorden.
Annemiek doorkruist Mantgum tijdens haar route van het Jabikspaad. De natte, vette kleigrond heeft daar niets dan rijkdom gebracht en heeft het tot de 'Goudkust' van de streek gemaakt. Het indrukwekkende houtsnijwerk in de Mariakerk is van de hand van Hermannus Berkenbijl. In de kerk komen bij Annemiek opnieuw oude lessen bovendrijven die ze als kind al uit de Bijbel leerde en die ze nu in symboliek terugvindt in het houtsnijwerk op de preekstoel. Ze neemt de nieuwe inzichten mee in haar gele rugzak, richting Oosterwierum. Wanneer ze daar is aangekomen, ontmoet ze Joost Stoelinga. Als voorzitter van de Vogelwacht verzet hij zich al jaren tegen de intense landbouw die de vogels wegdrijft en de natuur verstoort. Van hem krijgt Annemiek een extra les voor onderweg: als jij van een brandnetel houdt, dan houdt die ook van jou.
Op haar tweede etappe van het Jabikspaad loopt Annemiek langs het dorpje Ried. Hier staat de Walburgakerk, hoofdkantoor van een 'reizende kerkgemeente', een kerkgemeenschap met nog maar vijftig leden, die verdeeld is over acht dorpen en kerken. In de Walburgakerk ontdekt Annemiek de geschiedenis achter Walburga, de dochter van koning Richard van Engeland. Ze was ook de nicht van Bonifatius en reisde met hem mee naar Friesland. In deze protestantse kerk is alleen nog maar een kleine afbeelding van haar te vinden. Bij het kerkje van Boer ontmoet Annemiek pastoor Conijn. Als katholiek in het protestantse Friesland is hij 'herder' voor een groot gebied. Hoe kun je je roeping blijven volgen als er veel mensen aan je lopen te trekken? Voor Conijn geldt de regel: 'Teveel ja zeggen tegen een ander is nee zeggen tegen jezelf.'
Aan het eind van haar pelgrimspad blikt Annemiek samen met schrijfster Marjan Berk terug op haar gelopen tocht. Al dobberend over het natuurgebied De Wieden bespreken ze de lessen van dit leven. Annemiek bezoekt ook de Nicolaaskerk in Vollenhove.
De komst van nieuwbouw zorgde twee jaar geleden voor opgravingen in Dalfsen. Al snel kwam de geschiedenis van het gebied aan de oppervlakte. Er werden schatten, zoals trechterbekers, gevonden en een grafveld. Bewoners kregen de mogelijkheid om zelf mee te graven en Ilse Wilmink bedacht zich niet. Annemiek gaat met haar in gesprek over haar onverwachte passie voor het graven en de geschiedenis van Dalfsen. Daarna bezoekt Annemiek een mystieke synagoge in Zwolle.
Annemiek Schrijver trekt door de prachtige natuur van het landgoed Vilsteren. Ze bezoekt de kluizenaarshut op het terrein. Het is de vraag of hier ooit echt een kluizenaar gewoond heeft, het huisje is er speciaal neergezet om de bezoeker dat te doen geloven. Daarnaast ontmoet ze de rentmeester van het landgoed: Hugo Vernhout. En ze bezoekt de rooms-katholieke kerk van Vilsteren. Deze kerk is betaald door de familie Cremers, de eigenaars van het landgoed. Zij stelden wel een eis bij de bouw: de zijbeuk bij het priesterkoor moest hun privékapel worden. De toenmalige pastoor protesteerde nog, maar de zijbeuk kwam er toch. In de jaren 30 schilderde Henk Asperlagh hier de kruisweg. Annemiek staat even stil bij de lijdende Jezus in een van de kruiswegstaties.
Annemiek Schrijver zoekt de stilte in de zandverstuiving, de Sahara, dichtbij Ommen. Daarna mag ze de stilte verscheuren door de klokken te luiden in de grote protestantse kerk van Ommen.
Annemiek komt langs kasteel Eerde. In de 14e eeuw stond hier de burcht van roofridder Evert van Essen. Hij terroriseerde de buurt, kooplieden mochten er niet langs. De bisschop van Utrecht, die ook Overijssel onder zijn hoede had, liet het rovershol platbranden. Zo deed je dat toen. Daarna werd dit kasteel gebouwd. In 1924 geeft baron van Pallandt, de eigenaar, het kasteel en een stuk van het landgoed weg aan 'De orde van de ster'. Een theosofische beweging die wordt geleid door Krishnamurti uit India. Annemiek spreekt hierover met Siem van Eeten, die er een boek over schreef.
Annemiek Schrijver bezoekt het klooster van Sibculo, waar nu niet veel meer van over is. Dat was vroeger wel anders. In korte tijd werd Sibculo een bloeiende gemeenschap. Er woonden tachtig monniken en meer dan honderd lekenbroeders. Als je kijkt naar wat er nu nog van het klooster over is, kun je je dat moeilijk voorstellen. In de 16e eeuw ging het langzaam maar zeker mis met het klooster. Het werd vaak geplunderd en een brand richtte veel schade aan. En toen de Reformatie kwam, was het helemaal over: het klooster werd gesloten. Naast het klooster ontmoet Annemiek Henk Kloppenburg. Hij gooit na zijn ontslag als IT-manager bij KPN het roer om.
Annemiek Schrijver bezoekt de Pancratiusbasiliek in Tubbergen en hoort een bijzonder verhaal over de gebrandschilderde ramen. In het natuurgebied Engbertsdijkvenen ontmoet ze een echte pelgrim: wereldreiziger Jacomijn Heupink.
Annemiek Schrijver bezoekt het Stift. In de 12e eeuw werd hier een Benedictijner Klooster gesticht. Vanaf de middeleeuwen mochten hier ook vrijgezelle dames van adel komen wonen. Ze kregen hier een goede opvoeding en goed onderwijs. Door hun komst vervaagden de strenge regels van het klooster. Het klooster werd een adellijke Sticht, het woord Stift is daar dus van afgeleid. Annemiek ontmoet theoloog en predikant Anne van der Meiden. Op deze plek preekte Anne voor het eerst in het Twents in 1960 en vijftig jaar later werd dat herdacht met een plaquette.
Aan het eind van haar pelgrimspad blikt Annemiek samen met schrijfster Marjan Berk terug op haar gelopen tocht. Al dobberend over het natuurgebied De Wieden bespreken ze de lessen van dit leven. Annemiek bezoekt ook de Nicolaaskerk in Vollenhove.
Thomas a Kempis zat in de 15e eeuw in een klooster bij de Agnietenberg. Hij hing een hervormingsbeweging binnen de katholieke kerk aan. Hij vond dat ieder mens zelf verantwoordelijk is voor zijn of haar zielenheil. Thomas is nu inmiddels vijf en een halve eeuw dood, maar mede door Mink de Vries is zijn gedachtegoed nog springlevend. Annemiek spreekt met Mink, die in het dagelijks leven docent is en af en toe transformeert in Thomas.
De plafondschilderingen in Waanders in de Broeren, een kerk die zo'n 35 jaar geleden leeg kwam te staan en nu dient als boekhandel, krijgen Annemiek stil. Tijdens haar pelgrimspad is ze nu inmiddels langs verschillende plekken gekomen en heeft ze zich verbaasd over de verdeling van katholiek en protestant in de stad Zwolle. Theoloog Ruben van de Belt legt Annemiek uit hoe deze verdeling precies tot stand is gekomen.
Annemiek Schrijver zoekt de stilte in de zandverstuiving, de Sahara, dichtbij Ommen. Daarna mag ze de stilte verscheuren door de klokken te luiden in de grote protestantse kerk van Ommen.
Annemiek komt langs kasteel Eerde. In de veertiende eeuw stond hier de burcht van roofridder Evert van Essen. Hij terroriseerde de buurt, kooplieden mochten er niet langs. De bisschop van Utrecht, die ook Overijssel onder zijn hoede had, liet het rovershol platbranden. Zo deed je dat toen. Daarna werd dit kasteel gebouwd. In 1924 geeft baron van Pallandt, de eigenaar, het kasteel en een stuk van het landgoed weg aan 'De orde van de ster'. Een theosofische beweging die wordt geleid door de Krishnamurti uit India. Annemiek spreekt hierover met Siem van Eeten, hij schreef er een boek over.
Annemiek Schrijver bezoekt de Pancratiusbasiliek in Tubbergen en hoort een bijzonder verhaal over de gebrandschilderde ramen. In het natuurgebied Engbertsdijkvenen ontmoet ze een echte pelgrim: wereldreiziger Jacomijn Heupink.
Annemiek Schrijver 'op pad' langs religieus erfgoed in de provincie. Door veen en heide, langs kerken en kapellen, in de voetsporen van broeder Bartholomeus. Deze keer bezoekt zij het Stift. In de 12e eeuw werd hier een Benedictijner Klooster gesticht. Vanaf de middeleeuwen mochten hier ook vrijgezelle dames van adel komen wonen. Ze kregen hier een goede opvoeding en goed onderwijs. Door hun komst vervaagden de strenge regels van het klooster. Het klooster werd een adellijke Sticht, het woord Stift is daar dus van afgeleid. Annemiek ontmoet theoloog en predikant Anne van der Meiden. Op deze plek preekte Anne voor het eerst in het Twents in 1960 en vijftig jaar later werd dat herdacht met een plaquette.
Annemiek start haar pelgrimstocht in Oldenzaal, bij de imposante Plechelmusbasiliek. In dit heilige huis staat de reliekhouder, een borstbeeld van Plechelmus, een Ierse missionaris die in de 8e eeuw het christendom naar Oldenzaal bracht. Op de plek van de basiliek stichtte hij een kerkje. Ze klimt de toren op en kijkt naar het pad dat voor haar ligt, een route van 150 kilometer dwars door Overijssel. Haar eerste etappe loopt van Oldenzaal naar Weerselo.
